zaterdag 15 november 2014

Een mooi portret


Vrijdag 14 november was het dan zover: de "onthulling" van het portret van Henk Kohlen, de in januari 2013 overleden bergloper pur sang.

Het portret in houtskool is gesitueerd in de gang waar tegenwoordig ook het medaillon
 "Maastricht Vooruit" van Jules Sondeijker zich bevind, en het portret van Elly Magnee. Henk en Elly waren onafscheidelijke bergmaten die samen ontelbare ondergrondse tochten hebben gemaakt en aan vele mensen het "bergvirus" hebben overgebracht.

Het beide vereeuwigd zijn op deze plek maakt de cirkel rond: samen in Zonneberg op de plek waar een van hun doelen werd gerealiseerd: de verplaatsing van het beeldhouwwerk Maastricht Vooruit.

Bergloper en goede vriend Cesco zorgde voor een treffende tekst bij het portret: 

'waarheid en kennis gehuld in fantasie en stennis'

met als toevoeging alsof Henk het zelf geschreven heeft:

'gruwelijk vrie stabiel'

Onder het genot van een slokje witte wijn werden nog wat mooie verhalen over Henk opgehaald, en de conclusie getrokken dat de verhalen geschiedenis zijn maar wel op deze plaats zullen voortleven.

Hulde aan de berglopers die dit gerealiseerd hebben!

Een verhaal van mij over Henk Kohlen is gepubliceerd in het blad van de stichting oud Sint Pieter.
 ( uitgave nummer 20 najaar 2014 )
Wegens rechten kan ik het hier niet plaatsen, maar het blad is te koop bij diverse winkels in St.Pieter of te bestellen via e-mail:
Info@oudsintpieter.com 
of telefonisch: 043-3250974

De foto is van Richard Bouari.



maandag 8 september 2014

Notities






Gewoon een aantal losse notities in de Lacroixberg (Zichen), maar wel gerelateerd aan het blokbrekersambacht.
Op de eerste foto lezen we:

” het zal hier niet
lang meer duren
M. Reggers
1789 “


We gaan er hier dan maar van uit dat dit punt het einde was van de concessie behorende aan Reggers (overigens een heel veel voorkomende naam in de streek), of dat de mergel zo slecht werd dat het niet meer interessant was om verder blokken te breken.

( op 8 september 2014 ontving ik van bergloper en groevekenner Frans Willems de volgende mooie aanvullling op dit opschrift):

Dag Jacques,
Uw beschrijving;
"We gaan er hier dan maar van uit dat dit punt het einde was van de
concessie behorende aan Reggers (overigens een heel veel voorkomende
naam in de streek), of dat de mergel zo slecht werd dat het niet meer
interessant was om verder blokken te breken."
Het gaat hier eerder over de aankomende Franse Revolutie, gezien het jaartal.
De plaats van het opschrift kan(?) wel verbintenis vertonen met de concessies, zo ver zijn we nog niet gekomen met de onderzoeken.
De plaats van het opschrift, nl sectie 31, is ook één van de betere plaatsen van deze berg, zoals de snelle, korte opname vertoont, gemaakt in de directe nabijheid van het opschrift.
Met vriendelijke groeten
Frans

Bij de volgende afbeelding zien we:

“1780
Den hoek
pilaer van
Cervaes nilissen”

Ook een concessie aantekening? Het zou zo maar kunnen want op de derde afbeelding zien we een aantekening op een kolom verder die luidt:

“1780 op den
15 mert
gemeten
Cervaes nilissen”

En ten slotte op de laatste foto:

“361
277½
-------
83½
Cervaes nilissen
gerardus jongen”


Een rekensommetje in dezelfde concessie waaruit blijkt dat Cervaes Nilissen heeft samengewerkt met ene Gerardus Jongen.
Simpele aantekeningen op de mergelwanden waarvan de schrijvers nooit zouden kunnen vermoeden dat er een paar honderd jaar later nog mensen in geïnteresseerd in zouden kunnen zijn!
Klik op de afbeeldingen voor een vergroting.

dinsdag 8 juli 2014

De Gebroeders Eijssen van Sint Pieter










De Gebroeders Eijssen van Sint Pieter

In SOK mededelingen nummer 60 staat een artikel van mijn hand over de nazaten van Joannes Eijssen, een bewoner èn zelfs burgemeester van Sint Pieter bij Maastricht tussen ruw weg 1700 en 1750.
Enkele van deze mannen waren regelmatige bezoekers van de in de buurt gelegen mergelgroeven en lieten daar hun sporen achter . . .

Het begint allemaal met een tekening in de groeve “Caestert”, gelegen te Klein Ternaaien vlak over de grens bij Maastricht.
Ergens eind jaren zeventig van de vorige eeuw zie ik die tekening voor het eerst, en was er van onder de indruk. 


Hoe is het mogelijk dat het er nog staat na al die jaren, de tekening is immers gesigneerd en voorzien van een jaartal.
1744 staat erbij, dat is nu bijna 270 jaar oud, en dat allemaal op ooghoogte je steekt je hand uit en je kunt het zo aanraken!
De tekening staat in een zijgang vlak bij een druk belopen hoofdgang, dat zal de reden zijn dat hij redelijk goed de tijd heeft doorstaan.

Er staat ook een naam bij maar, om eerlijk te zijn, kon ik die niet lezen.
Het staat er wel duidelijk, maar het duurde even voor ik door had dat de sierlijke krullen een S voorstelden in plaats van een F.


Hoc Fecit Willem Eijssen anno 1744: Willem Eijssen heeft dit in 1744 gemaakt staat er met een zwierig handschrift bij. Schijnbaar toch een geletterd iemand in die tijd denk je dan spontaan.
De eerste de beste blokbreker zou het op die manier niet zo kunnen schrijven.

De ietwat primitieve tekening is overigens een religieuze voorstelling:
We zien Jezus aan het kruis.
Het bloed stroomt uit beide handen, en wordt opgevangen door engelen die zich aan weerszijden van het kruis bevinden.
Het gereedschap van de beulen, een tang, de hamer en enkele spijkers zijn onder het kruis afgebeeld, evenals een haan, het symbool van waakzaamheid.
Aan de linkerzijde zien we nog een ladder, en beneden rechts een duif, het symbool van de Heilige Geest.

Helaas is de tekening niet helemaal onberoerd gebleven, het gezicht van Christus en een de engelen is met roet besmeurd.
Jammer, maar al met al we kunnen stellen dat de tekening de tand des tijd (voorlopig) goed heeft doorstaan.

Vele jaren later en talloze bezoekjes bij dit opschrift verder
krijg ik, geïnspireerd door de “wie was wie” artikelen van collega bergloper John Caris, het idee om de maker van het opschrift, Willem Eyssen, eens nader te onderzoeken.
Al snel blijkt dat er wel wat Eijssens rond hebben gelopen in de mergelgroeves bij Maastricht, reden voor een overzicht.

Om een begin te krijgen starten we met een vroegere bewoner van de hoeve Caestert: Jan (Joannes) Eijssen en zijn vrouw Anna Maria Berden.

Deze Jan Eijssen oorspronkelijk uit Voerendaal (21 februari 1675) was gezworene, en later enkele malen burgemeester van de vrije heerlijkheid Sint Pieter, tevens was hij brouwer en bewoner/pachter van de voor ons zo bekende hoeve Caestert.
Jan is overleden 25 april 1747 en werd begraven te St. Pieter.
Zijn vrouw Anna werd gedoopt op 29 oktober 1681 te Hoesselt (België).
Zij overleed 12 oktober 1764 te St. Pieter en werd ook begraven te St.Pieter.
Hun (gerestaureerde) grafsteen is nu nog te bewonderen op het kerkhof aldaar.

Joannes en Anna Eijssen kregen vanaf 1706 tot 1727 in totaal 12 kinderen, maar ik beperk in dit verhaal tot de zonen waarvan ik een opschrift heb kunnen vinden.

Willem Eijssen, de maker van de tekening waar het verhaal mee begint, werd gedoopt op 26 januari 1711, zijn doopnaam is Guilielmus.
Hij is de derde zoon, en het vierde kind van Jan (Joannes) Eijssen en Anna Maria Berden.
Willem, naar ik aanneem de tekenaar van de kruisiging, heeft letterlijk en figuurlijk goed geboerd in zijn tijd:
Op 3 augustus 1750 wordt hij als poorter van de stad Maestricht ingeschreven in het “cremers” ambacht 
( het gilde van de handelaren)
Dat verklaard mogelijk ook dat hij de schrijfkunst machtig was, wat de aanleiding gaf tot dit artikel.

De oudste broer van Willem, Joannes Franciscus Eijssen, gedoopt 8 januari 1706, vinden we ook in Caestert terug: als inkrassing met de tekst

IOANNES EYSSEN
ANNO 1738
GETRUIDISSCHILLINX


Hij was gehuwd met Gertrudis Schellinx of Schillings uit Voerendaal
Ook Joannes was grondeigenaar en landbouwer en overleed te Voerendaal in het jaar 1747.

In de groeve Ternaaien - Boven ook wel de aardappelenberg genoemd
komen we ook een Joannes Eijssen tegen, samen met een Leonardus.
Deze Joannes is mogelijk de oudste zoon van Joannes Franciscus Eijssen en Gertrudis Schillinx, dus een wat jongere generatie Eijssen.
Uit het huwelijk van Joannes en Gertrudis is een zoon bekend met de naam Joannes (gedoopt 28 april 1729)

Joannes heeft enkel het jaartal 1747 bij zijn naam staan.
Overigens is 1747  ook het sterfjaar van Joannes Franciscus, en het kan natuurlijk zo zijn dat het opschrift wat we zien dat van zijn zoon Joannes Eijssen, die op dat moment dus ongeveer 18 jaar oud is.

Bij Leonardus Eijssen, de jongste broer van Willem, staan 3 jaartallen genoteerd: 1747, 1746 en 1745.
Deze Leonardus werd gedoopt 20 november 1727.
Leonardus was Rooms Katholiek priester.
Hij studeerde 5 ½ jaar humaniora te Maastricht en daarna dialectica te Gheel (België).
Hij is ingetreden in de Societeit van Jezus te Mechelen in 1749.
Hij was leraar aan het Jezuïetencollege te Maastricht van 1753 tot 1759
Leonardus werd in 1763 tot priester gewijd in Leuven, waar hij ook theologie studeerde.
Leonard overleed 25 december 1802 te Brussel.

Arnoldus Eijssen (de vijfde zoon en geboren in 1717) schrijft zijn naam in de groeve “Ternaaien beneden"
Arnoldus Eijssen den 20 d’aout (?) anno 1740.
Zijn naam komen we meerdere malen tegen in deze groeve.
Ook Arnoldus was landbouwer en grondeigenaar en tevens pachter van de hoeve Printhagen onder Beek.

Lambertus Eijssen de tweede zoon (R.K. priester en gezegend met een rijk grond en onroerend goed bezit uit een nalatenschap van een rijke oom) en Hermannus de vierde zoon ben ik (nog) niet tegengekomen als opschrift.

Tenslotte ben ik nog een Eijssen tegengekomen in de Lacroix groeve te Zichen-Zussen Bolder.

Het gaat om ene Petrus Eijssen gedateerd 1715, en hoewel de schrijfstijl van de naam Eijssen erg veel lijkt op de ons bekende opschriften is deze Petrus een vreemde eend in de bijt.
Opmerkelijk is wel de minder fraaie tekst die deze Eijssen (samen met ene Petrus van Weert in hetzelfde handschrift) toevoegt:

“Poep Mariel dij hoorbel”

Poep Mariel is zoiets als neuk Marietje, en dij hoorbel is die hoerebel of lellebel.
Niet zo netjes die tekst, maar het staat er nu eenmaal zo . . .

De naam Eijssen is dus ruim vertegenwoordigd in de diverse groeven rondom Maastricht, en in dit artikel zijn er slechts een paar behandeld.
De aantekeningen map is in ieder geval weer een aantal blaadjes leger!

Bronnen:
Breur Henket (grafmonumenten van St.Pieter)
Ton Breuls
Diverse artikelen op het WWW zonder naam of bronvermelding


maandag 24 februari 2014

Terug naar vroeger?

Terug naar vroeger?

Deze afbeelding hoort eigenlijk niet thuis op dit blog dat altijd probeert de cultuur en geschiedenis van mergelgroeven in beeld te brengen.

Met de titel van dit (protest) artikel probeer ik dan ook terug te verwijzen naar de tijd dat het gebruikelijk was dat de eigenaren van de groeve (meestal boeren) hun gereedschap zoals tractoren, eggen, ploegen, maar ook afval en landbouwgif “bewaarden” in hun extra bergruimte.
Men hoefde immers geen schuur of ander onderkomen te bouwen als er een mooie ruime ondergrondse locatie (lees groeve) aanwezig was!

Buiten de gereedschappen werden er ook al sinds mensenheugenis aardappelen en bieten opgeslagen en ook werd er voedsel gekweekt:
Denk maar eens aan de bekende grotchampignon, het witlof en het wat minder bekende kardoen.

De kleinschalige boerenbedrijven werden hoe langer hoe minder rendabel, en zo gebeurd het dat de extra bergruimte veranderd in een stort.
Voertuigen en gereedschappen raken verroest en onbruikbaar, het vuil stapelt zich op en wordt aangevuld met allerlei plastic huisraad dat niet vergaat, en landbouwgif lekt uit zijn niet zo veilige verpakking en sijpelt in de ondergrond.

Met de opkomst van de milieubeweging veranderden er gelukkig een groot aantal zaken, ook ten aanzien van de mergelgroeves.
Verenigingen zoals de Van Schaick Stichting, en de studiegroep SOK (Studiegroep Ondergrondse Kalksteengroeven) “adopteren” groeves met het doel deze in goede staat te brengen en te behouden.

De groeve wordt opgeruimd, geïnventariseerd, eventueel opnieuw in kaart gebracht en deugdelijk afgesloten om vandalisme te weren.
In deze staat zijn de groeven ideale plekken om verder onderzoek te doen naar de geschiedenis ervan, maar doet tevens dienst als schuilplaats voor bijvoorbeeld marters, dassen en vossen.
Ook de beschermde vleermuis kan hier ongestoord zijn broodnodige winterslaap doorbrengen.

Anno 2014 lijkt het wel of we weer terug zijn in de tijd van voor de milieubeweging.
Een deel van eeuwen oude groeve (Caestert) wordt “uitgewoond” door honderden feestgangers die een voor hun prachtig muziekfeest meemaken in een machtig mooi decor met veel stroboscoop licht, en daarbij een geweldige hoop rotzooi achterlaten!
 
Jammer dan voor de beschermde vleermuizen die op het moment van de show hun winterslaap houden, en een slag in het gezicht van de berglopers die al jaren proberen de groeve schoon te houden middels opruimacties.

“nou we hebben wèl opgeruimd”, aldus het commentaar op de bovenstaande foto, “maar iemand heeft de zakken naar buiten gegooid”
Nu, dan heb je het niet opgeruimd maar in zakken gedaan lijkt mij.
Opgeruimd is pas als je alles mee naar huis hebt genomen of naar het milieupark hebt gebracht.
Maar ook die actie kan de schade niet goed maken die er is gemaakt met het muziek feest.

Het laat me een denken aan een uitspraak in een artikel over de Scharnderberg (een van de groeves in Heer en Keer).
Op enig moment (1911) verkoopt de gemeente Heer de gronden waaronder deze groeve ligt aan de paters van het Heilig Hart te Leuven en Bergen op Zoom voor de stichting van het voogdijgesticht Sint Jozef.

De Limburger Koerier van 11 november 1911 vermeld de aankoop en beschrijft de groeve als bouwvallig en sedert jaren gesloten.
Heel mooi is de volgende zinsnede:

“. . . ze had geen strekking meer dan tot hol te dienen voor gemengde en zedeloze samenkomsten van het uitvaagsel van Maastricht en omstreken”

Dàt bedoel ik nu met terug naar vroeger.
De troep, de rotzooi het komt weer langzaam terug.
Ik ben geen moralist en realiseer me dat als ik in de groeve Caestert loop dat ook illegaal doe, maar dan wel met heel veel respect voor de omgeving waarin ik me bevind, mijn eigen rommel opruimend en genietend van de grootse stilte.

En dat geldt duidelijk niet voor iedereen.

de foto komt van het internet en is van Wouter.
de zinsnede uit het artikel over de Scharnderberg is uit SOK mededelingen 20:
John Knubben: de grotten van Heer.